- vrijheid
- {{vrijheid}}{{/term}}1 [algemeen]liberté 〈v.〉2 [meervoud]familiarités 〈v., meervoud〉♦voorbeelden:1 vrijheid van beweging • liberté de mouvement 〈m.b.t. persoon〉vrijheid van beweging hebben • être libre de ses mouvementsvrijheid, blijheid! • vive la liberté!vrijheid van drukpers • liberté de (la) pressevrijheid, gelijkheid, broederschap • Liberté, Egalité, Fraternitévrijheid van godsdienst(oefening) • liberté religieusevrijheid van handeling • liberté d'actionvrijheid van meningsuiting • liberté d'expressionvrijheid van vereniging • liberté d'associationdichterlijke vrijheid • licence poétiquepersoonlijke vrijheid • liberté individuelleveel vrijheid genieten • avoir beaucoup de libertévrijheid van handelen hebben • avoir toute latitudezijn vrijheid herkrijgen • recouvrer la libertéiemand in vrijheid stellen • (re)mettre qn. en liberté〈juridisch〉 voorwaardelijk in vrijheid stellen • libérer sur parole2 zich vrijheden veroorloven • prendre des libertés¶ de vrijheden van de adel • les privilèges de la noblesse
Deens-Russisch woordenboek. 2015.